Brief van Eric, 15 mei 2023

één jaar na de heiligverklaring van broeder Charles de Foucauld

Dierbare broeders,

E en warme broederlijke groet aan jullie allen!!!

Hoe gaat het met jou? Welke zijn jouw belangrijke ervaringen van vreugde, groei, bekering in jouw persoonlijk leven, jouw vriendschappen met collega’s-priesters en jouw dienstwerk aan de mensen in de periferie? Welke zijn jouw plekken van ontmoediging, stagnatie en strijd? Hoe ga je ermee om? Bij wie zoek je hulp? Waar word je geleid door de H. Geest in je voornemen om een vreugdevol missionaris van de verrezen Christus te zijn? Groei je in je toeleg op de dagelijkse aanbidding, de levensherziening, de woestijndag, de meditatie van het evangelie, de maandelijkse fraterniteitsontmoeting? Bevestigen deze spirituele engagementen jouw roeping om een universele broeder te zijn, een vriendelijke aanwezige, een contemplatieve kameraad, een profetische predikant, een missionaire leerling van Jezus in de voetstappen van Broeder Charles?

Het is met de nodige nederigheid dat ik je deze vragen stel. Deze vragen vormen een kompas voor onze ziel die de ene en de ware God zoekt temidden van de vele complexe en verwarrende wegen van onze wereld. Eerlijk, net als jij worstel ik met deze vragen. Maar net in deze spanning werkt de onvoorwaardelijke genade van God om onze harten te rijpen. Het punt is om deze vragen te laten zijn, zodat al wat onecht is en niet goed in ons, afgeschilferd wordt. Leden van AA kunnen ons dit vertellen: blijf terug-keren tot je praktijk, je voornemen. We zijn geen ‘super’mensen die altijd leven volgens ons ideaal. Neen, we zijn gewonde, zwakke herders, die leven met onze gebreken en ongerijmdheden, en toch worden we bemind en geroepen om te beminnen als onze Meester.

Broeders, ik krijg de gelegenheid om jullie te schrijven bij de eerste verjaardag van de heiligverklaring van broeder Charles. Ik mocht vorig jaar getuige zijn van de uitbundige vreugde op het St Pietersplein in Rome. Het was een moment van genade niet alleen voor ons, maar voor de universele Kerk. Toen zijn naam genoemd werd bij het begin van de Mis, klonken er vreugdevolle juichkreten en luid handengeklap uit dank aan God. Nu laat die euforische vreugde zich vertalen in de concrete dagelijkse praktijk, met zijn kleine maar toch belangrijke daden die een profetisch getuigenis zijn. We kunnen naar de periferie gaan, geïnspireerd door de levensboodschap van Broeder Charles. De nakende synode over de Synodale Kerk nodigt ons uit om deel te nemen aan die universele pelgrimstocht (geen toeristische reis) van allen als broers en zussen. We willen samenwerken, en samen onderscheiden en elkaar beluisteren waar de Geest aan het werk is in onze wereld.

Tijdens de voorbereiding naar de heiligverklaring toe, vroegen we : welke invloed heeft de heiligverklaring op jou? Nu, één jaar later, is de vraag concreter, omdat Broeder Charles erkend is als een genade voor de ganse Kerk: wat kunnen wij doen om die genade te delen met anderen die wat verloren zijn, of lauw, nieuwsgierig, of die sympathie koesteren en hun spiritualiteit willen verdiepen. De leerlingen werden na de verrijzenis geroepen om het nieuws te verspreiden dat Jezus levend is, zo worden wij geroepen om niet naar onszelf te kijken, maar om naar buiten te gaan, en ongekende territoria te betreden. Het begint eenvoudigweg bij een broederlijke ontmoeting bij het graf voor ons falen, op de tocht vol ontgoocheling naar Emmaüs, of bij het breken van het brood met mensen die arm en marginaal zijn. De Geest van Jezus bezielde de leerlingen om moedige, wakkere en vreugdevolle missionarissen te worden. En wat met ons? Wat is ons verhaal? Hoe worden wij bezield om de genade door te geven? Hoe maken wij een aanvang met ontmoetingen met collega’s priesters in ons bisdom en buiten ons bisdom of land? Hoe verhouden we ons met de andere takken van onze geestelijke familie van Charles de Foucauld in een geest van broederlijke en zusterlijke samenwerking en gezamenlijke verantwoordelijkheid voor die genade?

In de Filippijnen organiseren we ons met de andere leden van de spirituele familie en we worden lotgenoten-pelgrims. We erkennen ieders unieke charisma, terwijl we eenheid, vriendschap, broederlijkheid en gezamenlijke verantwoordelijkheid delen in onze levenslange tocht van missionair leerling-zijn in trouw aan het charisma van Broeder Charles.

En wat met jouw lokale fraterniteit, de regionale ontmoetingen en de continentale ontmoetingen? Waar is de H. Geest aan het werk? Wat is onze bijdrage? We kunnen niet gewoonweg neerzitten en alleen maar bezig zijn met onze kleine wereld, zonder aandacht voor de grotere werkelijkheid van het Rijk Gods.

Moge de H. Geest met zijn vurige tongen, ons hart in vuur en vlam zetten om onze zending op te nemen in de geest van Broeder Charles. Ook voor hem was niet alles altijd duidelijk, maar hij bleef niet verwijlen in ambivalentie en halfslachtigheid. Zijn passie om Gods liefde in Jezus van Nazaret na te volgen, vervulde hem zozeer dat hij zonder ophouden de strijd aanbond met menselijke situaties die hem verwijderden van God, van de armen en van alle mensen. H. Charles de Foucauld, bid voor ons!

Met een vurige liefde,


PDF: Brief van Eric, 15 mei 2023 nl

Geplaatst in

Jean-François BERJONNEAU over Jacques GAILLOT

Jacques GAILLOT zei wel eens: “Als er nog maar één priester over was in het bisdom, zou ik hem tot gevangenisaalmoezenier benoemen.” Het was een prioriteit voor hem.
Daar leefde hij die evangelische voorkeur voor het verloren schaap.
Het was daar dat hij deze christelijke vermetelheid in praktijk bracht om de 99 schapen van de kudde te verlaten en op zoek te gaan naar het schaap dat op gevaarlijke paden is afgedwaald.

En hij accepteerde dat ik het ambt van vicaris-generaal op mij nam terwijl ik gevangenisaalmoezenier was. Dit om de relatie met de uitgeslotenen niet te verliezen.
Eveneens koos hij vervolgens Roland DOLLÉ als vicaris-generaal in verband met zijn bediening als aalmoezenier van het psychiatrisch ziekenhuis.
Voor hem was de gevangenis de plaats waar de Kerk in direct contact kon staan met de roep van de uitgeslotenen, de gemarginaliseerden, de “gedeukten van het bestaan” zoals Abbé Pierre zei.
En hij liet zich raken door deze kreten.
En hij hield nooit op om tegen hen te getuigen van hun waardigheid, ondanks hun zwaar verleden.
We hebben in deze bediening een prachtig partnerschap beleefd dat erin bestaat getuigen van hoop te zijn voor hen die zoveel missen en die soms denken dat ze geen toekomst meer hebben.

Natuurlijk kwam hij op grote feesten de mis vieren met deze intramurale parochie.
En we ontmoetten elkaar ’s morgens voordat we naar het Detentiehuis vertrokken in de tuin van het bisdom om in het voorjaar bloemen te plukken om de kamer te versieren die als kapel diende.
Maar hij nam ook graag deel aan bijeenkomsten met de aalmoezeniers, om te luisteren naar de pijnen, de opstandige kreten, de afschuwelijke vragen die deze mensen in afwachting van hun veroordeling stelden.
En ik herinner me dat hij soms de aalmoezenierskamer verliet en uitlegde dat hij er niet alleen was voor de mensen die de aalmoezeniersdienst frequenteerden, maar ook voor de anderen.

Hij ging met de sleutel van de aalmoezeniersdienst om de gedetineerden in hun cellen te ontmoeten, ongeacht hun religie, hun afkomst of de gepleegde misdaden.
Hij maakte er korte bezoeken mee waarin hij zijn buitengewone vermogen kon uitoefenen om zich binnen het bereik van mensen te plaatsen, hen te begrijpen en te getuigen van vriendschap die hen vertrouwen bijbracht en die hem in staat stelde heel wat van hun confidenties te horen.
En daarmee was hij nog niet tevreden.
Hij wist ook hoe zich onder te dompelen en hoe zich in te zetten om jongens die uit de gevangenis kwamen te helpen bij hun re-integratie.
Hij ging zelfs zo ver dat hij op de tweede verdieping van het bisschoppelijk paleis een paar kamers opende om mannen te verwelkomen die uit de gevangenis kwamen in het kader van de associatie ‘Pause café’.
Het was niet gemakkelijk, want op een dag werd hij gebeld door een juwelier uit Evreux aan wie een van zijn gastheren had geprobeerd zijn borstkruis te verkopen dat hij in het bisdom had gestolen.

Hij droeg deze zorg (tot re-integratie) in samenwerking met verenigingen als ‘Pause café’, ‘humanisme’, ‘Katholiek Hulpbetoon’ (‘Secours Catholique’) om een bijdrage te leveren aan de lange strijd die gevoerd moet worden voor de re-integratie.
Ten slotte hield hij niet op alle christelijke gemeenschappen van zijn bisdom uit te dagen op hun capaciteit om zich open te stellen voor de noden van de uitgeslotenen en om werk te maken van concrete solidariteit.
Hij zei:
“Onze Kerk mist de armoede van het risico.
Wat zijn onze uitdagingen momenteel?
De Kerk is dienend in wat ze doet als ze aan de kant staat van immigranten, werklozen, gevangenen, uitgeslotenen, minderheden…
De geloofwaardigheid vereist dat je in elke situatie waarachtig bent.
Als je dingen doet, mag je niet vals spelen.
Als de Kerk niet dient, dient ze tot niets.”

Dank u Jacques voor uw deinst aan onze diocesane kerk door de armen in het hart van de broederlijke gemeenschap te plaatsen.
Met u hebben we begrepen dat een Kerk alleen trouw kan zijn aan het Goede Nieuws van Christus door in nauwe solidariteit te leven met allen die de wereld in de steek laat.

PDF: Jean-François BERJONNEAU over Jacques GAILLOT nl