ALLES IS GENADE. De laatste brief van Antoine CHATELARD

kleine broeder van Jezus

Alles is genade! Het is ons gegeven om KERSTMIS en het nieuwe jaar te verwelkomen op hetzelfde moment als Covid 19. Édouard en Paul-François testten gisteren (maandagavond) positief, Immanuel en ik negatief, en dit na het bezoek van een nichtje van Edward die op 16 en 17 december uit Parijs kwam. Dus organiseren we ons met betrekking tot de nieuwe situatie zonder te weten wat de komende dagen ons zullen brengen.

Dank voor uw nieuws en uw wensen. Bijna allemaal bereiken ze mij na een stille periode die wordt verklaard door de gebeurtenissen van dit bijzonder jaar die de normale gewoonten en relaties bevragen. Het is ook een nieuwe manier om ons verleden te herbeleven door de jaren heen, waarbij het vieren met historische figuren sporen heeft achtergelaten die mijn geschiedenis niet hadden gemarkeerd toen ik weg was van Frankrijk en zonder de informatiemogelijkheden die we nu hebben.

Aan degenen die vragen hebben over mijn bezigheden en over mijn nieuw boek moet ik zeggen dat het pas zal verschijnen wanneer de datum van de heiligverklaring (van Charles de Foucauld) wordt aangekondigd en dit om voor de hand liggende commerciële redenen. De kopie is reeds meer dan een jaar bij de uitgever en zal alleen handelen over Charles de Foucauld in Tamanrasset. Het boek begint met de geschiedenis van de Assekrem waar hij slechts een paar maanden verbleef in 1911 en waar we bij de bron van de vragen komen over zijn echte motivatie. Daarop volgt een hoofdstuk over zijn activiteiten tijdens het daarop volgend jaar in Tamanrasset (1912), typisch voor zijn opvatting over wereldse zaken. Hoofdstuk 3 zal beperkt blijven tot de enig geprogrammeerde tocht naar Marseille in 1913 met een jonge Toeareg waarover nooit iemand eerder heeft gesproken, zelfs niet in de meest recente boeken. Tot slot, in een laatste hoofdstuk, volgt de beschrijving van één dag in Tamanrasset (1/12/1913). De poging om zijn door hem herzien en gecorrigeerd gebruik van de tijd te volgen, zal ons toelaten hem te zien leven in zijn verschillende bezigheden.

Dit zal slechts een inleiding zijn tot andere onderwerpen die verdienen te worden op punt gesteld en die ons een niet altijd voor de hand liggende vorm van heiligheid kunnen onthullen. Ik verneem nu dat onze paus Franciscus niet alleen zijn encycliek Tutti fratelli heeft afgesloten door over Foucauld te spreken, maar dat hij zojuist een biografie van deze toekomstige heilige heeft aangeboden aan de leden van de Romeinse Curie, zonder te zeggen welk boek het is. Door het beëindigen van “Fratelli tutti” met het vermelden van onze broeder Charles, moedigde hij me aan om mijn werk voort te zetten om nog meer in detail te laten zien hoe Foucauld zijn broederlijkheid beleefde met de mannen en vrouwen die hij liefhad, niet alleen gedurende één dag, maar elke dag tijdens de laatste jaren van zijn leven. Honderden mensen kwamen naar wat hij noemde “de fraterniteit” in de tijd dat hij nog droomde van het ‘groeperen van de discipelen’, maar waar hij altijd alleen is gebleven.

In de beginjaren registreerde hij alleen op losse blaadjes de namen van de begunstigden van zijn aalmoezen en van zijn kleine geschenken. Die namen zijn niet in de editie van de notitieboekjes te vinden zijn. Dit is niet onbelangrijk, omdat ze ons honderden mensen leren kennen die hij in de beginjaren heeft ontmoet. Daarentegen tijdens de laatste drie jaar heeft hij hun naam elke dag opgetekend. Zo kunnen we natellen dat er een paar namen honderden keren voorkomen. Deze cijfers zijn belangrijk om het belang van de ontvangen bezoeken te begrijpen, waarbij dan nog de bezoeken moeten gevoegd die hij zelf aan de een en de ander zal brengen.

Hij die in zijn beginjaren zich niet verder dan honderd meter verplaatste, aarzelt niet langer om kilometers ver te gaan om zieken te bezoeken, maar ook om hun nieuwe huis te bezichtigen of hun tuin te zien, terwijl hij het erg druk heeft door zijn taalkundig werk, zijn gebedstijden en zijn overvloedige correspondentie. Ik wil graag bewijzen dat hij niets doet om hen te bekeren, zelfs als hij daar nog een paar keer over hen praat. Hij weet het zijn plicht om voor hun heil te werken, zoals voor het zijne, door van hen te houden zoals ze zijn en zoals Jezus hen bemint. Dit is de manier waarop zijn zorg voor de redding van iedereen wordt uitgedrukt in de dagelijkse lijsten van zijn notitieboekjes en ook in zijn zeldzame persoonlijke geschriften of in bepaalde brieven.

Ik leer dus om deze personen te tellen en ben verrast te ontdekken dat velen nog in leven waren toen ik in Tamanrasset en op de Assekrem aankwam in 1955 en zelfs veel later.

Natuurlijk heeft hij nog iets te zeggen voor onze kerk en voor de wereld, ook al is niet alles nieuw. De officiële en universele erkenning van zijn heiligheid zal een goede versterking betekenen voor al diegenen over de hele wereld die naar hem refereren en vooral voor de bisschoppen, priesters, leken en religieuzen die door hem geïnspireerd waren en die verdwenen zijn na de rol die zij in de wereld hebben gespeeld. Bovenal zal het een appel zijn voor de jongeren die niet langer geïnteresseerd waren in deze getuige uit een andere eeuw.

Ja, dank aan Franciscus, onze paus, die zijn brief had kunnen eindigen door Franciscus van Assisi te citeren, maar die ons tevens sprak over Charles de F. alsof hij hem een belangrijke rol voor de toekomst van de kerk en de wereld wou geven na de universele pandemie waardoor zijn heiligverklaring wordt vertraagd. We hebben nog nooit zoveel over onze Zalige (Ch. de F.) gesproken als in de voorbije tijd met de dood van Mgr. Teissier, op de dag zelf van zijn feest. De ambassadeur van Algerije in Frankrijk sprak profetische taal door hem als heilige en vooral als landgenoot te bestempelen. De heiligverklaring zal niet veel toevoegen aan de ceremonies in Lyon en in N-D van Afrika. Velen hebben het tijdschrift “En Dialogue” nr. 14 over Charles de Foucauld en de moslims kunnen zien dat net voor deze gebeurtenissen werd uitgebracht.

Ik moet toegeven dat de veroudering mijn mobiliteit niet verbetert, zelfs binnenshuis, ondanks de fysiosessies in de buitenlucht. De gebeurtenissen nemen meer tijd in beslag dan mijn werk over Foucauld. Het te verre perspectief van het verschijnen van mijn boek moedigt me niet aan om te werken, zelfs niet om de vragen te beantwoorden die van overal komen, inbegrepen deze van Tamanrasset en elders in Algerije, die mij verplichten te antwoorden op detailpunten die mij niet verwijderen van zijn geschiedenis.

Aan iedereen een vrolijk Kerstfeest en een beter jaar 2021.
Antoine

PDF: Alles is genade. De laatste brief van Antoine CHATELARD – NL

Reacties zijn gesloten.