16 maart 2020
Ik dacht: in het land van de levenden
zal ik de HEER nooit meer aanschouwen;
ik zal geen mens meer zien als ik bij de bewoners van de onderwereld ben.
Mijn woning wordt neergehaald en van mij weggerukt als de tent van een herder.
U rolt mijn leven op als een stuk linnen dat een wever afsnijdt van het getouw.
Heel de dag door, tot in de nacht, laat U mij wegkwijnen. (Jesaja 38,11-12)
Er is een goede dood en we zijn verantwoordelijk voor de manier waarop we sterven. We moeten kiezen tussen vasthouden aan het leven en aldus wordt onze dood een echte mislukking en rampspoed of we laten het leven vrij om te zich veranderen in een geschenk voor anderen als een bron van hoop. (Henri NOUWEN, La vie de l’Aimé)
Lieve broeders
sterk geraakt door zijn heengaan en heel dankbaar tegenover hem, kondig ik u het grote ‘pascha’ aan van onze bejaarde broeder en icoon van onze fraterniteit: Mariano PUGA CONCHA van Santiago de Chile. Hij is overleden op 14 maart 2020, getroffen door een lymfatische kanker.
Laat me toe de grote vriendschap op te roepen die ons heeft verbonden. Onze eerste ontmoeting gaat terug naar de Algemene Vergadering in Kairo 2000. Voor zijn verkiezing tot algemene verantwoordelijke was zijn aanwezigheid in de groep reeds als een vreugde- en lachvirus dat zich verspreidde, namelijk wanneer hij onze liederen op accordeon begeleidde. Wat we niet wisten was, dat die liederen in het Spaans, afkomstig waren van de volkswijken van Santago. Hij, heel joviaal en sterk, nooit ontmoedigd, leek wel een troebadour die door zijn gedrevenheid en zijn hart drager was van de dromen en de aspiraties van zijn volk. Ik blijf sterk onder de indruk van de levendigheid van zijn geest en zijn vreugdevolle muziek.
Onze tweede ontmoeting vond plaats in de V.S.A. in 2002: hij bezocht de fraterniteit en ik was daar aan een sabbatjaar toe. Onze intussen overleden broeder Howard Caulkins maakte dat ik mij uiteindelijk met Mariano kon begeven naar een bijeenkomst van de fraterniteiten. Zo hebben we samen gereisd en vlug voelden we dat we op dezelfde golflengte zaten door op een diepgaande en persoonlijke manier met elkaar te dialogeren. Ik vertelde hem hoe ik in crisis zat met de Kerk, met mijn persoonlijke demonen en met God. Nooit heb ik mij zo sterk beluisterd geweten. Op het einde heeft hij mij in de armen genomen zoals een grote broer die zijn jongere broer wil versterken door met tranen in de ogen mijn pijn te delen. We hebben elkaar verlaten met de belofte om elkaar in gebed nabij te blijven, ik zelf in de abdij waar ik naar toe ging en hij op weg naar Tamanrasset.
Mijn laatste ontmoeting met hem gaat terug naar vorig jaar op het eiland Cebu op de Filippijnen voor de Algemene Vergadering van de fraterniteiten. Reizen op een leeftijd van 88 jaar van de andere kant van de wereld, bleek moeilijk te zijn en hij betaalde er de prijs voor: hij werd twee maal gehospitaliseerd Elke keer heb ik hem vergezeld; zijn wijsheid was een uitnodiging voor mij om mijn pretenties achter mij te laten en ten diepste tot uitwisseling te komen over onze persoonlijke geschiedenis. Aldus hebben we elkaar schouder aan schouder als twee broers teruggevonden. Ik ben vijf uur bij hem gebleven op de dienst intensieve zorgen, daarna op de kamer die hem ter beschikking werd gesteld (hoewel hij had aangedrongen om zoals de armen in een gemenschappelijk kamer te verblijven). Ik verliet hem heel laat die dag. Op het moment van vertrek murmelde hij met een glimklach: “De Bijeenkomst is beëindigd. Ik kan naar huis terugkeren.” Ik ben wat inwendig omver gehaald, maar vooral verrijkt vertrokken door deze ontroerende dialoog, “deze levensherziening” die Mariano wenste te plaatsen in het hart van elke ontmoeting onder broeders.
Laat me toe ook enkele lijnen te delen die door Fernando TAPAZ geschreven zijn: « Mariano was een gepassioneerd Godszoeker, verliefd op Jezus van Nazareth. Als student veranderde zijn ontmoeting met Christus voor goed door de armen die vuil moesten ophalen. Hij heeft alles verlaten en trad binnen in het Grootseminarie. Daar heeft hij Charles de Foucauld ontdekt wiens leerling hij tot het eind van zijn leven bleef. Hij werd geestelijk directeur en professor op het Seminarie van Santiago. Daarna was hij meer dan dertig jaar priester-arbeider die het leven van de armen deelde. Hij heeft altijd met hen samen geleefd. Hij werd hun herder, hun verdediger ten tijde van de dictatuur van Pinochet. Zeven keer moest hij het lijden in de gevangenis delen. Hij engageerde zich voor een Kerk die zich verbonden wist met de situatie en de strijd van de armen. Onvermoeibaar preekte hij heel wat retraites in Chili en daarbuiten. Hij was een man van gebed, vreugdevol, dicht bij gelovigen en niet-gelovigen, missionaris in de periferie van de Chileense samenleving in het spoor van Charles de Foucauld. Het evangelie was zijn leidraad. Dat evangelie wou hij uitschreeuwen door zijn leven »
Mariano, broer en vriend, heel veel dank. Dank voor je uitzinnig getuigenis van een God uitzinning-gek in Jezus van Nazareth. Ik deel in de erkentelijkheid en in de pijn van de armen van Santiago. Jij hebt ze zo sterk geraakt door jouw getuigenis. Dat Jezus, de Goede Herder, je voor goed mag ontvangen in je nieuwe thuis die Hij bereid heeft voor allen die trouw zijn. Broeders, ik bid met Mariano opdat we het risico nemen om in onze vergaderingen en assemblees onze armoede en onze kwestbaarheid te delen. Het is onze armoede die ons verenigt, ons kwalificeert en ons als broeders vrij maakt. Zij is ook de springplank voor onze zending onder de armen, zoals we het in Cebu bepaalden.
Laten we ons engagement vernieuwen om het missionaire leven van Jezus met de armen te vernieuwen, in het spoor van Broeder Charles.
Eric LOZADA , Filippijnen
(Nederlandse vertaling van Guido DEBONNET)