Onze verontschuldigingen, dit bericht is alleen beschikbaar in English.
Categorie archieven: Documentos
(Français) Nouvelles de la Famille Spirituelle Charles de Foucauld, septembre 2021
(Français) Charles de FOUCAULD, prêtre du diocèse de Viviers
(Português) Os grandes mestres do silêncio. José Inácio do VALE
(Español) Situación de Haití. Hermanita Armelle
Broer van mijn vijand. Aurelio SANZ BAEZA
Het atelier van ons hart heeft gereedschappen om goede gevoelens te onderhouden, schade te herstellen, bij te werken of zelfs te creëren. Soms kunnen we het gereedschap niet vinden, of zijn ze stuk, of hebben we nieuw gereedschap nodig dat moeilijk te krijgen is. Ook gebruiken we soms het verkeerde gereedschap, omdat we denken dat het gemakkelijker te hanteren is. Het atelier van ons hart kan beschadigd, lek of ongeventileerd zijn; het kan klein of niet altijd schoon zijn. We hebben misschien tijden gehad dat de werkplaats ‘gesloten was wegens vakantie’… In de werkplaats van het hart, beschadigde gevoelens, wantrouwen tegenover anderen, gekrenkte trots – het ego belachelijk gemaakt – en teleurstellingen. Zeer verschillende vormen, kleuren, percepties.
Ik heb eens iemand horen zeggen: “Het riet wordt spies”, verwijzend naar de grote teleurstelling van de “vriendelijke nietigheid” van iemand die dacht dat hij een grote vriend was. Na het verlies van vriendschap kan dit wantrouwen niet alleen van de persoon komen, maar ook van anderen die ons wantrouwen. “Het hart is gezuiverd, het is geordend, het is gereinigd. Waarvan? Van de leugens die het bevuilen, van de dubbele hypocrisie; we hebben ze allemaal, allemaal. Dit zijn ziektes die het hart verwonden, die het leven vertroebelen, die het vertroebelen. Wij moeten gereinigd worden van onze valse garanties die het geloof in God laten negotiëren met de dingen die gebeuren, met de handigheden van het ogenblik. “Paus Franciscus tijdens de mis in Erbil, Irak, 7 maart 2021.
We horen vaak “ik zal je nooit vergeven”, “vertrouw niemand”, “denk je het slechte in en je zult gelijk hebben” … Met het evangelie in de hand – wetende dat het een permanente oproep tot trouw is, omdat Jezus, de Meester de Heer, iedereen vergaf, vertrouwde en geen negatieve gevoelens had jegens wie dan ook – kunnen wij wantrouwen en achterdocht niet aanvaarden als de levensnorm, maar het is begrijpelijk omdat wij mensen en geen robots zijn die geprogrammeerd zijn voor een bepaald gedrag.
Veel mensen kome, voorbij in ons leven, sommigen blijven, sommigen passeren gewoon. Afhankelijk van waar we ons bevinden en waar we wonen, zien we elke dag verschillende menselijke realiteiten, en sommige daarvan vragen onze aandacht vanwege ons werk of het samenleven in een gemeenschappelijke plaats of buurt, en andere realiteiten vallen buiten ons meest nabije dagelijkse leven.
De zones van conflict of goede verstandhouding variëren naar gelang onze psychologie, onze cultuur, onze leeftijd… Ieder van ons heeft een eigenheid verschillend van die van anderen en daardoor ook andere manieren om moeilijkheden in het samenleven, in de familie- of gemeenschapsliefde, in het gemeenschappelijk werk of in de vriendschaps-relaties op te lossen of te overwinnen.
Als ons leven in conflict komt met een of meer mensen, moet het atelier van ons hart veel respect en verantwoordelijkheid opbrengen, om onszelf op de juiste plaats te situeren waar we moeten zijn: met aandahct voor dialoog, met begrip voor de redenen van de anderen, zonder anderen te veroordelen. Het is beter relaties te repareren dan ze weg te gooien. En als we de deuren (van ons hart) op slot doen, zou het wel eens kunnen dat we onszelf van binnenuit opsluiten, terwijl de sleutel zich aan de buitenkant bevindt.
Want:
als we geloven dat een vriendschap nooit verbroken zal worden, en toch gebeurt het,
als we boven iedereen staan,
als we denken dat we beter zijn dan anderen,
als in het leven mislukkingen zwaarder wegen dan triomfen,
als we onszelf zien als de vijand van onszelf,
als het ons kwetst dat er mensen zijn die zich niet zo inzetten als wij,
als we niet volwassen genoeg zijn om nederlagen te accepteren,
laten we dan het gereedschap van de nederigheid grijpen,
laten we naar de verlaten en gewonde Jezus kijken.
Paus Franciscus zei tijdens de Chaldeeuwse ritusmis in de Sint-Jozefskathedraal in Bagdad op 6 maart 2021: “Als ik leef zoals Jezus vraagt, wat win ik er dan? Loop ik niet het risico door anderen vertrapt te worden? Is Jezus’ voorstel de moeite waard? Of is het een weg naar verliezen? Neen, die levenwijze is geen weg naar verliezen, maar naar echte wijsheid.” En wijsheid is de tweelingzus van de nederigheid.
Als wij ons in situaties bevinden waarin zelfs na vergeven en vergeten, het atelier van ons hart niet in staat is veranderingen teweeg te brengen in ons persoonlijk leven of in het leven van hen die zich van onze genegenheid, gemeenschap, vriendschap en vertrouwen hebben gedistantieerd, zullen wij, zodra wij hen verwelkomen, ons weer verslagen voelen… Wij kunnen anderen niet veranderen. Het aanvaarden van de situatie vereist een mate van rijpheid die ons in staat stelt vrede met onszelf te hebben.
Wanneer wij onszelf zien als de “verloren kinderen” (les “enfants prodiques”) van onze broeders, en wij terugkeren naar de plaats waar wij nooit afscheid hadden mogen nemen toen de ander op ons wachtte, wordt de werkplaats van het hart vrij van oude en nutteloze rommel, ontdaan van de spinnenwebben van vooroordelen, tijd gevend aan de tijd, zonder winnaars of verliezers.
Moge ik de broeder van mijn vijand zijn, met innerlijke vreugde. Niet de vreugde een zuiver geweten te hebben omdat ik het best mogelijke gedaan heb, maar de vreugde die vrede schenkt aan het hart omdat naastenliefde en liefde herstellen; een vreugde die evenwicht in onze gevoelens te kennen geeft. Een uitdaging, de uitdaging van Jezus die ons oproept om zeventig maal zeven maal te vergeven en even zoveel keer door anderen vergeven te worden.
Aurelio SANZ BAEZA
(Boletín Iesus Caritas, 210)
(Vertaling: Guido DEBONNET. Bedankt !)
(Italiano) Beati i poveri in spirito. Giorgio PISANO
(Italiano) Piccolli Fratelli Jesus Caritas, agosto 2021
(Español) La fraternidad universal. Fernando TAPIA
Ekst van de fraterniteit. 1980
Ekst van de fraterniteit, waarschijnlijk uit 1980
Origineel ons bezorgd door een broeder van de Spaanse fraterniteit
SAMENVATTING van onze uitwisseling
Charles de Foucauld schreef in 1902 in Beni-Abbes: “Ik wil alle inwoners, christenen, moslims, joden en afgodendienaars, ertoe brengen mij te beschouwen als hun universele broeder”.
Dit beschouwen we als een essentieel element van zijn boodschap. Hoe beleven we dit? Hier volgen enkele belangrijke elementen die we uit onze uitwisseling kunnen trekken.
1) Men kan niet spreken van universaliteit zonder geworteld te zijn in een zeer concreet milieu, zoals dit ook bij Jezus van Nazareth was. De diepe ontmoeting in vriendschap met een zeer reële persoon brengt ons in gemeenschap met een heel milieu of een heel volk. Door ons zoveel leed van de armen eigen te maken, verenigen wij ons met wat universeel is in het menselijk hart. Op die manier kunnen we de universele mens gemakkelijk tegenkomen in elke situatie.
2) In onze verschillende groepen – fraterniteiten of andere – leren wij de universaliteit kennen met respect voor de verscheidenheid aan temperamenten, levenswijzen, situaties, mogelijkheden, enz. Een mens kiest niet zijn broers of zusters; op dezelfde manier moeten in een gezin de ouders de verscheidenheid van hun kinderen aanvaarden. Weten hoe te luisteren lijkt essentieel om de ander in zijn of haar oorspronkelijkheid te verwelkomen.
3) Deze aanvaarding moet, om authentiek te zijn, in waarheid en helderheid worden verdiept, zodat eenieder wordt erkend en aanvaard in wat hij is, in zijn eigen bestemming of engagement, zelfs als dit overdreven lijkt. De levensherziening in de diepte is noodzakelijk om ons te situeren ten opzichte van de gemeenschappelijke roeping van onze groep.
4) Het verlangen om ‘universaliteit’ te beleven gebeurt dikwijls in lijden omdat het misverstanden en breuken, ontmoetingen met hindernissen, spanningen en zelfs onmogelijkheden met zich meebrengt. Hoe kunnen we de rijken liefhebben als we lijden met de armen? Hoe kunnen we in een concreet geval komen tot vergeven? Evenzo wanneer we ons machteloos voelen tegenover de enorme problemen van de wereld. Dit alles dwingt ons tot het beleven van de universaliteit in hoop, gesteund door gebed. Wanneer alles ons overstijgt, is het tijd om God te vragen onze broeder te vergezellen.
5) De universaliteit is voor ons niet natuurlijk. Zij komt alleen tot ons door Christus; in Hem vinden wij de eenheid van alle mensen. In het gebed wijken de belemmeringen. De eucharistie en het offer van het lijden in vereniging met het mysterie van onze verlossing, hebben een universele uitwerking.
6) Een universele actie is onmogelijk. Maar ons hart moet universeel worden: alle mensen zijn onze naasten; onze verantwoordelijkheid gaat uit naar ieder van hen. Universeel zijn betekent niet alleen respect hebben voor de ander, de arme, de niet-christen en zelfs de moslim, maar sluit ook de nederigheid in die ons in staat stelt van anderen te leren, door hen te worden omvormd en geëvangeliseerd.
Wij worden verleid door de zelfgenoegzaamheid, die ons verhindert onze menselijke relaties te vernieuwen en door het gevoel dat wij de anderen niet altijd nodig hebben. Wij hebben de illusie te geloven dat wij universeel zijn omdat wij over veel informatie beschikken; maar intellectuele cultuur is niet genoeg; wij hebben nederigheid en realisme nodig.
De verantwoordelijken van de fraterniteiten
(Vertaling van Guido DEBONNET. Dank u!)
PDF: Ekst van de fraterniteit, 1980 nl