Lieve Medebroeders
De advent biedt ons een belangrijke gelegenheid voor persoonlijke vernieuwing en deze van onze Fraterniteit, teneinde de waarden van het evangelie in ons leven te integreren: het wachten op de Messias. Het verwachten van de Messias veronderstelt dat we ons inwendig huis klaarmaken samen met de zusters en broeders van onze fraterniteiten, zodat we een ‘open plaats’ worden om de ontmoeting met Hem voor te bereiden. Dat we ons daarbij niet laten leiden door angst, vooroordelen of door het gevoel de enige weldoeners te zijn. Dat we vreugdevol zouden uitzien naar het Kerstekind dat komt, niet als volwassene, maar als kind. En dit in het Jaar van de Barmhartigheid, tevens het jaar van de 100ste verjaardag van het afsterven van Broeder Charles waarin mensen barmhartig zijn, elkaar geen wederzijdse schade, lijden of dood toebrengen, hetzij uit religieus fundamentalisme of uit minachting voor het leven en de rechten van anderen.
Vrede, dialoog, vergeving, verdraagzaamheid en barmhartigheid behoren niet tot de meest gepraktiseerde waarden in onze wereld. Soms zijn we er slechts om bekommerd als er gevaar dreigt of dat onze privilegies worden beknot. Soms denken we dat niets kan veranderen of dat alles alleen maar erger wordt. Paus Franciscus nodigt ons uit om ons pessimisme, ons defaitisme en ons wantrouwen te verlaten… Mocht de Messias ons de vrede brengen, het einde van het lijden van de oorlogsvluchtelingen, van de wapen-, mensen- en drugshandel en van de bestaansonzekerheid van de armen. Moge de Messias eenmaal geboren uit Maria, opnieuw ter wereld komen in de kleinsten en de armsten zodat de vreugde, de mensenrechten, het brood en het lachen weer opleven. Hoe ellendig is het niet foto’s van families te zien die zichzelf en hun kinderen met wapens in de hand fotograferen, en deze als Kerstmisgroet versturen! Triest en zielig, maar een feit.
De advent is de gunstige tijd om een woestijndag te plannen die ons bij de Heer brengen, een tijd van hoop en innerlijke vernieuwing. De woestijn helpt ons om onze eigenste plaats te vinden, bewust van onze grenzen en onze armoede. In de adventstijd is de woestijn als een opwachten van een vriend of een verwante aan een trein- of busstation of op een vlieghaven. We zien Jezus als iemand die van de trappen komt of die in een anonieme mensenmassa met zijn lichte koffer de hand opsteekt, wuift en die zegt: “Hier ben ik. Dank dat je mij hebt opgewacht om mij op te pikken”. “Nergens kan je beter dan in de woestijn de roep van God horen om de wereld te veranderen. De woestijn is de plaats van de waarheid; de plaats waar je tot het wezenlijke komt. Er is geen ruimte voor het overvloedige Je kan er niet verzamelen wat je niet nodig hebt. Luxe en formaliteiten zijn er onmogelijk. Wat in de woestijn cruciaal is, is de wezenlijke weg te vinden om waar het in je leven echt om gaat.” (Commentaar van José A. PAGOLA op Lucas 3,1)6). Jezus is heel nabij.
Alle berichten die mij bereiken naar aanleiding van de 100ste verjaardag van de definitieve terugkeer van Broeder Charles naar de Vader, op zoveel plaatsen in de wereld, vervullen mij met vreugde en hoop. Ze komen zowel van gewone mensen of van fraterniteiten uit de hele Foucauldgemeenschap. Allen zijn we geroepen om diep te beleven wat ‘Overgave’ is en om met de hand op het hart te zeggen: “Doe met mij wat Gij goed vindt.” Dat wij de angst verlaten voor het onverwachte. Dat wij de deuren openen voor allen die komen aankloppen, van waar ze ook komen. Als wij de 100ste verjaardag vieren overeenkomstig Foucaulds charisma dat ons als één familie verenigt, dan dienen wij onze vriendschap met mensen te behartigen, aan de zijde te gaan staan van zij die ons nodig hebben en volgens het evangelie te leven. Uit wat we reeds citeerden uit de Brief uit Perin van het Internationaal Team van Charles de Foucauld blijkt dat het erom gaat de boodschap van de universele broederschap van broeder Charles die zo nodig is in onze wereld en in onze kerk, te doorgronden en naar waarde te schatten zoals we dat zelf van vooral eenvoudige mensen ervaren en van allen die ons leiden, waar dan ook. In onze parochies zullen we het hebben over godsmannen als broeder Charles die ons veel te zeggen hebben. We zullen afzien van trieste, negatieve berichtgeving, oppervlakkigheid en frivoliteit, consumisme en uiterlijk vertoon. Charles de Foucauld becommentarieert op de volgende wijze Mt. 5,3 (Zalig de armen van Geest, want hen behoort het hemelrijk): “Laten we hoopvol zijn! De redding is nabij; de hemel is nabij… Eén ding is genoeg: arm van Geest zijn… Arm van geest zijn is werkelijk in de diepte van onze ziel echt arm zijn; echt van alles losgemaakt, niet alleen van het materiële of van het verlangen ernaar, maar ook echt onszelf vergeten en de ziel ontdoen van alle wereldlijke wensen… Van alles ontledigd, maar vervuld van God… Alles voor God: slechts Hij kan ons vervullen.”
Met bezorgde aandacht hebben wij de reis gevolgd van paus Franciscus door Afrika als boodschapper van vrede en barmhartigheid. Wij hebben ons verbonden gevoeld in zijn contacten met andere culturen en met de islam. Deze dappere man brengt Jezus overal daar waar hij komt, zelfs waar hij als staatsman optreedt omringd door veiligheidsagenten. Hij geeft ons als diocesane priesters hoop en vreugde bij onze inzet voor Gods Koninkrijk. De barmhartigheid die hij betoont door zijn levenswijze en in de stappen die hij zet om de Kerk te vernieuwen zodat ze meer wordt de Kerk van Jezus en de moeilijkheden die hij ontmoet binnenin de Kerk, zijn zonder twijfel de werking van de Geest.
Bidden we allen samen voor hem en voor alles wat wij door zijn getuigenis in dit Jaar van Barmhartigheid ontvangen. Laat ons ook samen bidden dat de besluiten van de Synode over het Gezin de kerk mag openen in de strijd voor het leven, het leven van mensen, zij die in hun huwelijk gefaald hebben, diegenen die scheef bekeken worden wegens hun seksueel-andere geaardheid, diegenen die zich christen voelen en het ook zijn, maar die niet passen bij de standaardnormen. Allen kennen wij gescheidenen en gescheiden levend gelovige christenen die zich tot nu toe door de kerk als gemarginaliseerd voelen. We kunnen ons afvragen: “Van hoeveel broeders-priesters of van vrienden zijn wij afgescheiden?” Waarom houden wij dikwijls juist diegenen die een gelijkaardig ministerie hebben als wij, voor onze vijanden? Wat is het eigenlijk dat de kerkelijke gemeenschap breekt: zijn het ideeën die ons niet bevallen of zijn het personen waarvan we niet houden omdat zij bepaalde gedachten of attitudes koesteren.
Op de Synode voor het Gezin was Hervé JANSON de Generale Prior van de Broeders van Jezus niet alleen met zijn stem (‘voice’) maar ook met zijn stem (‘vote’) aanwezig. Wij moeten hem danken dat hij een getuigenis gegeven heeft over de Heilige Familie van Nazareth en ook om zijn moed om te breken met patronen van ‘goed gedrag’.
Dank, Hervé voor de eenvoud waarmee je deze universele broederschap met de ‘minsten’ hebt uitgedrukt in trouw aan het charisma van broeder Charles de Foucauld die als persoon het evangelie beleefde ‘op de laatste plaats’. Nazareth is niet alleen een referentie voor ons, het is ook een model voor de huisgemeenschap, voor de parochiegemeenschap en voor de fraterniteit.
Onze zieke medebroeders gedenkend, diegenen die in oorlogsgebieden of in zeer arme streken moeten leven en iedereen gedenkend, wens ik jullie allen van harte een advent van vernieuwing toe en een Kerstfeest waarin we toelaten dat Jezus in ons leven treedt, in onze beslissingen, in onze relaties en in ons werk.
Ik omarm je vol hoop.
Aurelio SANZ BAEZA, verantwoordelijke.
Perín, Cartagena, Murcia, Spanje, 8 december 2015,
Feest van de Onbevlekte Ontvangenis van Maria en begin van het Jaar van de Barmhartigheid
Nederlandse vertaling van de hand van Guido Debonnet 12-12-2015